Mart Smeets dreigde ook met fysiek geweld: ‘Zal ik je in elkaar rammen’

Mart Smeets een naam die bij velen respect afdwingt voor zijn uitgebreide carrière blijkt een andere kant te hebben die recentelijk aan het licht is gekomen en de verhalen zijn even verbijsterend als onthullend.

Aïcha Marghadi een naam die nu onlosmakelijk verbonden is met een incident dat velen als ongepast en onprofessioneel bestempelen heeft de deur geopend naar een reeks onthullingen over Smeets. Het verhaal gaat dat bij een eerste kennismaking, waarbij Marghadi niets meer deed dan een hand uitsteken, ze werd begroet met een ontmoedigende en neerbuigende reactie van Smeets. Dit voorval staat niet op zichzelf zo blijkt uit getuigenissen van verschillende prominenten uit de mediawereld.

Catherine Keyl een andere doorgewinterde professional en Jelle Maasbach delen soortgelijke verhalen van misdragingen door Smeets die variëren van verbaal geweld tot openlijke intimidatie op de werkvloer. Het is nu Henk Westbroek die een bijzonder onthutsend verhaal met ons deelt.

Westbroek herinnert zich een toevallige ontmoeting met Smeets die snel escaleerde van een eenvoudige begroeting tot een volledige verbale en bijna fysieke confrontatie. In plaats van een eenvoudige ‘goedendag’, werd Westbroek onthaald met een tirade die de wenkbrauwen doet fronsen en de vraag oproept: wie is de echte Mart Smeets?

Trending

Sylvie Meis heeft nieuwe miljonair aan de haak geslagen en is meteen verloofd

Dit is wat er volgens Henk Westbroek gebeurde toen hij Mart Smeets tegenkwam in een studio en hij hem gedag zei.

 “Dus ik zeg tegen hem: ‘Dag meneer Smeets.’ Weet je hoe hij reageerde? (Begint te schreeuwen en schelden) ‘Wie denk jij godverdomme wel dat je bent? Vuile verrotte hond. Wie denk jij wel… Dat je mij goeiedag zegt!’ En ik denk: die man maakt een grapje, dus ik begin te lachen.”

“Ik denk: hij probeert echt… Niet zo leuk, maar ja, goed, ik maak ook weleens grapjes die niet leuk zijn. Dus ik begin te lachen. ‘Wat durf jij te lachen! Zal ik je in elkaar rammen?’ Ik denk: hij meent het echt. En toen dacht ik: ik kom uit een achterbuurt, en jij mag dan gebasketbald hebben, maar ik bijt je oren af.”

“Ik dacht: ik schop je ballen tot achterin je keel. Ik zei: ‘Nou, weet je wat meneer Smeets? Als je zo graag vechten wil, laten we dan even naar buiten lopen. Anders sla ik je hier de hele gang door. Wat je wil. Jij wil het zo graag, ik zeg geen nee.’ Hij liep door en hij heeft nooit meer een woord met mij gewisseld.”

Deze confrontatie die dus bijna eindigde in een gevecht buiten de studio laat een blijvende indruk achter op Westbroek die Smeets beschrijft als iemand die nooit een poging tot verzoening heeft gemaakt. Zelfs jaren later, toen de twee mannen elkaar weer tegenkwamen bleef de lucht tussen hen ijzig.