Benny Paparazzo
Netflix, de onbetwiste kampioen van de streamingwereld staat op het punt zijn trouwe Nederlandse kijkers weer wat dieper in de buidel te laten tasten. Met een ongekende 70 miljoen bezoeken in april 2023 alleen al in ons kikkerlandje en een duizelingwekkende 221 miljoen abonnees wereldwijd zou je denken dat ze op rozen zitten. Maar nee, de titanenstrijd met rivalen als Amazon Prime die ze met 200 miljoen abonnees op de hielen zit en Disney+’s indrukwekkende 152 miljoen abonnees dwingt Netflix tot een strategische zet: de prijzen gaan (weer) omhoog.
De strijd om de streamingtroon wordt heviger, en Netflix’ antwoord? Een prijsverhoging die de wenkbrauwen doet fronsen. In de Verenigde Staten experimenteren ze al met een budgetvriendelijk abonnement mét advertenties voor slechts $6,99, een koopje vergeleken met de standaard $11,99. Maar in Nederland waar de standaardprijs momenteel €11,99 bedraagt, gonst het van de geruchten over een onvermijdelijke prijsstijging. Het premium abonnement nu nog voor €15,99, zou wel eens kunnen stijgen naar maar liefst 20 euro of meer.
De hamvraag blijft: Zullen de Nederlandse Netflix-fans deze prijsstijging slikken, of zullen ze hun streamingloyaliteit heroverwegen? Met de onverbiddelijke wet van vraag en aanbod en de eeuwige jacht op de nieuwste binge-waardige series en films, lijkt Netflix te wedden dat we blijven kijken, wat het ook kost.
Ik stop te duur minimum loon
Je zou juist goedkoper moeten worden met de concurrentie op je nek. Je hebt genoeg leden. Dus miljoenen winst. Je kan nooit genoeg hebben. Ik stop met netflix als je met zoveel geld omhoog gaat. Ik heb geen groot groot budget en kan het maar net lijen.
Als Netflix klanten wil blijven houden, kunnen ze beter goedkoper worden. Ga net €1,- onder de goedkoopste concurrent zitten, dan zullen ze meer klanten trekken. Als ze de prijs weer omhoog gooien, gaan ze klanten verliezen.
Belachelijk zeg voor al die ouwe meuk.
Als er een prijsverhoging komt allemaal heel nederland stoppen met lidmaatschap accuut.verdienen ze nog niet genoeg