Sywert van Lienden ingestort: vrouw weg, huis kwijt, zoekt onderdak en werk

Hij was ooit de gouden jongen van pandemisch Nederland de man die in no-time het woord ‘mondkapjesmiljonair’ eigenhandig op de kaart zette. Maar kijk hem nu: Sywert van Lienden, voormalig enfant terrible van de coronadeals zit op LinkedIn z’n digitale bedelnap te vullen. Van een penthouse naar een hospitakamer — als dit geen keiharde reality check is, dan weet niemand het meer.

Van graaien naar grabbelen

Geen gelikte PR-praat of vage ondernemersplannen dit keer, maar rauwe noodkreet. “Na jaren van geïsoleerd leven door schaamte en aanhoudende (publicitaire/juridische) druk van buitenaf, moet ik nu noodgedwongen openlijk om hulp vragen,” schrijft Sywert.

En hij vraagt niet om een consultantklus of een bestuurszetel, nee hoor. Sywert zoekt een dak boven z’n hoofd. “Ik zoek bij voorkeur iets in de omgeving van Hilversum om dicht bij de kinderen te kunnen blijven.” Of het nou een “kleine, betaalbare ruimte” is, een vakantiehuisje of zelfs een hospitakamer – alles is welkom. Hoe hard kun je vallen?

Einde sprookje

Sywert laat ook weten dat hij en zijn vrouw Ilse inmiddels uit elkaar zijn en dat maakt de soap alleen maar schrijnender. Zijn woning is verkocht op zijn spullen zit beslag en de man die ooit publiek geld in bulk door zijn vingers liet glijden, zit nu zelf financieel aan het infuus. Je zou er bijna medelijden mee krijgen, als de ironie niet zo snoeihard in je gezicht sloeg.

Kopje koffie?

De ex-zakenman klinkt ineens als een net afgestudeerde communicatiestudent met een “open profiel”: “Ook suggesties of tips voor werk of vacatures zijn van harte welkom – net als een kop koffie of thee om daarover van gedachten te wisselen.” Koffie? Van de Lidl, Sywert?

Nieuwe start of laatste adem?

In de afsluiter klinkt de wanhopige hoop van een man die weet dat z’n naam voorlopig nog met een flinke geurvlag over straat waait. “Het leven is al een tijd zwaar en het is er niet eenvoudiger op geworden, maar met hulp hoop ik een nieuwe start te kunnen maken.” Vraag is alleen: wie steekt zijn nek nog uit voor een man die z’n geloofwaardigheid al lang bij het oud papier heeft gezet?