De gemoederen liepen hoog op backstage bij Vandaag Inside toen Olcay Gulsen en Pieter Cobelens elkaar flink in de haren vlogen over een recente Israëlische aanval op Hezbollah-strijders. De discussie, die al snel meer leek op een veldslag dan een gesprek begon toen Olcay zich openlijk stoorde aan de lof voor de technisch ingewikkelde aanval waarbij twaalf doden vielen en bijna 3.000 mensen gewond raakten. Onder de slachtoffers ook een 9-jarig meisje dat de fatale fout maakte om een pieper die af ging naar haar vader te brengen.
Olcay liet er geen misverstand over bestaan hoe zij hierover dacht: “Ik vind het ook een vorm van terrorisme,” fulmineerde ze. “Als een 9-jarig meisje dan met zo’n pieper naar buiten loopt en die ontploft in haar gezicht… Ja, ik snap niet hoe je met een menselijk hart dan kan doen alsof dat een geniale actie is van de Mossad.”
Pieter, die naast haar stond alsof hij elk moment een granaat moest ontwijken, was het daar absoluut niet mee eens en ging meteen in de tegenaanval. “Heb je wel eens Afghaanse kinderen roze gekleurde mijntjes zien oprapen die bewust waren neergelegd om kinderen te laten exploderen?” sneerde hij, duidelijk geïrriteerd door Olcay’s uitgesproken standpunt. Alsof hij wilde zeggen: “Dit is oorlog, en in oorlog zijn er geen mooie kanten.”
Olcay zichtbaar aangedaan maar niet van plan zich gewonnen te geven, probeerde het gesprek weer richting empathie te sturen: “Kwaad met kwaad bestrijden, daar lossen we toch niks mee op?” Haar idealisme botste frontaal op de militaire realiteitszin van Pieter, die haar direct beschuldigde van naïviteit. “Het is een idealistische gedachte,” zei hij, terwijl hij haar leek te verwijten dat ze de harde waarheid van oorlog niet wilde zien.
De sfeer werd steeds grimmiger met Pieter die Olcay verweet zich te laten beïnvloeden door de media en Olcay die vond dat Pieter een ‘blinde vlek’ had voor het menselijke leed. Het leek wel alsof ze in een loopgravenoorlog waren beland, waarbij ieder zich ingroef in zijn eigen overtuigingen.
“Zij blazen mensen op waarbij ook kinderen om het leven komen, wat ze helemaal niet interesseert,” riep Pieter, doelend op de wandaden van Hezbollah. “In die wereld gebeurt dat dus je kunt niet één dingetje eruit halen en zeggen: ‘Dat is heel verschrikkelijk erg’, en we vergeten de rest.” Olcay, niet van plan om het hierbij te laten, beet terug: “Ik vind dat als je onschuldige burgers vermoordt, dan ben je ook gewoon terroristisch.”
De discussie ontaardde in een welles-nietes over wat nu precies een onschuldige burger is. “Onschuldige burgers begint het al mee,” voegde Pieter eraan toe, terwijl hij zuchtend de discussie probeerde te beëindigen. Maar Olcay, niet van plan het laatste woord uit handen te geven, ging onvermoeibaar door: “Ik frame het juist niet. Ik vind juist dat er zoveel onschuldige burgers hierbij betrokken zijn geraakt sinds 7 oktober. Dat is toch hartverscheurend, dat vind jij toch ook?”
Het gesprek eindigde zonder winnaar, maar met een flinke nasmaak van ongemak. Pieter sloot af met een bittere conclusie: “Zo zit de wereld helaas niet in elkaar.”