Danny de Munk woest op opgewonden vrouw: ‘Ze greep me letterlijk bij de lurven’

Ooit was hij het jochie dat Nederland in het hart sloot als Ciske de Rat. Nu zit hij op zijn zestigste met diepe groeven in zijn gezicht niet alleen van de ouderdom, maar ook van de publieke kruisiging die hij drie jaar geleden te verduren kreeg. Danny de Munk heeft naar eigen zeggen zijn leven weer “op de rails”, maar wie goed luistert, hoort dat de motor nog steeds pruttelt.
Want nee, Danny vertrouwt de wereld niet meer. Vooral vrouwen niet. Dat heeft hij luid en duidelijk laten weten bij Shownieuws. “Ik hou echt van mensen,” zegt hij, met dat oubollige zangerstoon’tje, “maar naar aanleiding van wat er drie jaar geleden is gebeurd, ben ik anders gaan kijken.” Lees: als je geen lul wil zijn, hou je voortaan je broekriem strak en je mond nóg strakker.
Zijn zoon een “boom van een gozer” (Danny’s woorden, niet de onze), moest aan den lijve ondervinden wat het betekent om de zoon te zijn van een gevallen volksheld. Tijdens een optreden toen de roddelstorm op zijn hoogtepunt raasde, dook er een vrouw op die letterlijk en zonder gêne onder Danny’s microfoonstandaard wilde kijken of de kleine Ciske nog werkte.
Danny: “Ik werd hélemaal gek.” En zijn zoon keek toe.
Alsof dat nog niet gênant genoeg was volgt er een kroegverhaal uit Bolle Jan – ja, waar anders – met René Froger, Samantha Steenwijk en Jeroen van der Boom als gezelschap. Jenny (zijn vrouw) en dochter Bo waren ook van de partij, maar die gingen even naar het toilet. En dát was het moment waarop een vrouw dacht: nu of nooit. “Kan ik straks met je meerijden?” vroeg ze Danny alsof hij een Uber was met schnabbelkorting.
“Ik kijk Jeroen aan en zeg: heb jij dat ook altijd, dat gezeik?” Hij moest het kwijt die woede, die frustratie. En eerlijk: wie kan hem dat kwalijk nemen? Danny is duidelijk klaar met de losgeslagen groepsies van Nederland.
Sinds de valse beschuldiging van Coldeweijer loopt hij naar eigen zeggen “met een bordje niet aaien” rond. Hij is veranderd. “Ik kijk nu wel anders. Ik ben lang naïef geweest.”
Maar de klap kwam diep. En hij herhaalt het nog maar een keer als een soort mantra: “Ik heb toen gezoend achttien jaar geleden. En ik ben er helemaal niet geweest.” De rechtzaak liet niets overeind. Geen bewijs, geen veroordeling, alleen een beschadigde reputatie en een man die het vertrouwen in de mensheid volledig kwijt is. Toch? Of speelt hij gewoon een nieuwe rol?